Het begon allemaal met een boek. Niet zomaar een boek, maar Witte Nachten van Dostojevski. Rode kaft, besteld door mijn broer bij de ECI, ergens in de jaren zeventig. Ik was een jaar of twaalf, dertien. Net oud genoeg om gefascineerd te raken door de melancholie van Petersburg, de zwaarmoedige romantiek van de held, en vooral: de betovering van Rusland.
Die fascinatie is me altijd bijgebleven. Zelfs toen ik het fotoboek Rusland hoe het was van Karel van het Reve in handen kreeg — een collectie foto’s uit de periode 1852 tot 1932. Wat een titel, wat een beelden! Maar het was vooral één anekdote die zich als een Russische roman in mijn hoofd nestelde: het verhaal over de Lenin-dubbelganger. Voor een film over het leven van de grote leider werd in de jaren vijftig een perfecte lookalike gecast. Hij reisde af naar Moskou… en verdween. Spoorloos. Tegelijkertijd onderging het mausoleum van Lenin een grondige “remont” — groot onderhoud. En zie daar: bij de heropening lag Vladimir Iljitsj er opvallend fris en fruitig bij. Toeval?
Toen ik jaren later in de bundel Karel van het Reve voor beginners en gevorderden las dat hij in Rusland meerdere mensen had gezien die sprekend leken op bekenden uit het Westen, voelde ik diezelfde koude rilling. Herkenning. Bewijs. Het was niet alleen mij overkomen.
Begin jaren tachtig reisde ik met reisbureau Contact naar Leningrad en Moskou. Na een lange, vermoeiende vlucht arriveerden we ’s avonds laat op een leeg, grimmig vliegveld in Leningrad. Koud, vochtig, geen sneeuw meer, maar genoeg kalashnikovs om je welkom te heten. We schuifelden richting de paspoortcontrole. En wie stond daar de paspoorten te controleren? Heino. Ja, Heino. De blonde volkszanger uit Duitsland. Het haar, het gezicht, de blik. Hij sprak Russisch, maar het was hem. Geen twijfel mogelijk. Ik stond oog in oog met de Russische Heino. Of… was het de échte?
Een paar jaar later, tijdens de Witte Nachten, logeerde ik op een Russische boerderij zo’n 60 kilometer onder Petersburg. Het was zomer, het bleef licht, en onder het genot van een paar glaasjes wodka werd het een feestelijke avond. Opeens doemde er in de schemering — die geen schemering was, maar een soort eindeloos Scandinavisch daglicht — een groep jongeren op, zingend, met gitaren en alles erop en eraan. Ze kwamen dichterbij.
En toen zag ik hem. De man met de akoestische gitaar.
Boris Becker.
Geen twijfel mogelijk. Ik had geen druppel te veel op. Zijn slag was iets minder krachtig dan op Wimbledon, maar het was hem. De Duitse tennislegende op een Russische boerderij. Wat deed hij daar? Kreeg hij zangles van Heino? Was dit een Duitse delegatie van dubbelgangers? Of een goed gecoördineerde operatie van de KGB?
In de jaren daarna dacht ik vaak terug aan die momenten. Aan de mensen die ik in Rusland zag. Mensen die ik al kende. In een ander leven. Of in West-Europa. En hoe vaker ik erover nadacht, hoe vreemder het werd. Was Rusland één grote spiegelhal van de wereld?
En nu, decennia later, lees ik dat Donald Trump mogelijk gechanteerd wordt met opnames uit een hotel in Moskou. Mijn eerste gedachte? Dat was Trump niet. Dat was zíjn dubbelganger. Net als Heino. Net als Boris. Net als Lenin. Misschien heeft Rusland wel een heel arsenaal aan dubbelgangers. Misschien zie je zelfs Poetin allang niet meer. Misschien hebben ze een hele wachtrij van Vladimir-kopieën, klaar om dienst te doen tot 2060, of 2070.
En Donald? Die gaat door tot 2050. Minstens. Misschien dat hij en Poetin op een geheime Russische boerderij, tijdens de Witte Nachten, onder het licht van de middernachtzon, duetten zingen met Heino en Boris op gitaar.
Want één ding weet ik zeker: in Rusland is niets wat het lijkt.
En soms, héél soms, is het zelfs nóg vreemder dan dat.
💬 Heb je een specifieke vraag over het kopen van een woning in het buitenland? De informatie op deze website is algemeen, maar jouw situatie is uniek. Stuur gerust een e-mail naar info@affidata.nl – ik help je graag verder!