Door iemand die opgroeide in de jaren zestig en zeventig

Als kind van 1959 groeide ik op in een tijdperk dat in mijn geheugen altijd een beetje bruin gekleurd was. Letterlijk én figuurlijk. De jaren zeventig associeerde ik met eikenhouten meubelen, gehaakte kleedjes, oranje gordijnen en een overdaad aan bruintinten. Een periode van oubollige interieurs, degelijkheid en, eerlijk gezegd, een gebrek aan frisse, vernieuwende ideeën. Of dat dacht ik althans.

Totdat ik onlangs wat dieper dook in de woonarchitectuur van Zwolle uit precies diezelfde jaren zeventig. Wat ik ontdekte, heeft mijn beeld van dat decennium compleet veranderd.

De koepelwoningen in de Krekenbuurt: licht en gemeenschapszin

Eerst stuitte ik op de koepelwoningen in de Krekenbuurt. Gebouwd in 1973, ontworpen door architect Benno Stegeman. Wat een radicale tegenstelling met het interieurbeeld dat ik van die tijd had! In plaats van donkere kamers en zware meubels vond ik hier woningen vol licht, met een opvallende centrale koepel die daglicht diep in de woning brengt. De woningen zijn speels ingedeeld en ontworpen voor ontmoeting. In plaats van traditionele schuttingen kozen de ontwerpers voor open erfafscheidingen en gemeenschappelijke groenzones.

Vooruitstrevend? Zeker weten.

De terraswoningen aan de Dobbe: wonen met uitzicht en ruimte

Vervolgens keek ik naar de terraswoningen in de Dobbe, onder andere aan de Rottumerplaat. Ook gebouwd begin jaren zeventig. Deze woningen zijn een toonbeeld van hoe architecten toen experimenteerden met ruimte, licht en verbinding met de natuur. Grote, verspringende balkons, een open structuur, waterpartijen die tot aan de woningen lopen. Geen hokkerige, gesloten woningblokken maar ruimtelijke, lichte appartementen met uitzicht en een gevoel van vrijheid. En dat midden in een tijdperk waarvan ik dacht dat alles klein, donker en traditioneel was.

Opnieuw: een bewijs dat de jaren zeventig in de architectuur veel verder dachten dan ik ooit had beseft.

Onder de Bogen: mensgerichte stadsvernieuwing

Het meest indrukwekkend vond ik het verhaal van het Aldo van Eyck-complex (Onder de Bogen) in de binnenstad. Ook begin jaren zeventig. Waar andere steden in die periode hun oude binnensteden kapot maakten met grootschalige nieuwbouw of vierbaanswegen, koos Zwolle voor behoud en menselijke maat. Architect Aldo van Eyck en Theo Bosch ontwierpen hier een kleinschalig complex met hofjes en smalle straatjes, dat niet alleen woningen bood maar ook een nieuwe sociale dynamiek bracht. Ze hielden vast aan het historische stratenpatroon en combineerden oud en nieuw op een manier die zelfs nu nog modern aandoet.

Van oubolligheid geen spoor te bekennen.

Een herwaardering van de jaren zeventig

Mijn beeld van de jaren zeventig als een tijd van stoffigheid en behoudzucht heeft een stevige deuk opgelopen. In Zwolle bleek deze periode juist een tijd van experiment, visie en mensgerichte architectuur. Terwijl de huiskamers misschien gevuld waren met zware meubelen en oranje tapijten, waren er architecten en stedenbouwers die ver vooruit dachten. Ze creëerden woningen die inspeelden op licht, ruimte, natuur en gemeenschapszin. Waarden die tot op de dag van vandaag relevant zijn.

Voor mij voelt deze ontdekking als een rehabilitatie van een decennium dat ik lange tijd wat meewarig had bekeken. De jaren zeventig? Niet oubollig, maar vooruitstrevend — althans voor wie verder kijkt dan de bruine gordijnen.

💬 Heb je een specifieke vraag over het kopen van een woning in het buitenland? De informatie op deze website is algemeen, maar jouw situatie is uniek. Stuur gerust een e-mail naar info@affidata.nl – ik help je graag verder!