Steeds vaker trekken gepensioneerde Noord-Europeanen naar zonnige, goedkopere bestemmingen als Portugal, Marokko of Thailand. Het is een beweging die parallellen oproept met vroegere koloniale patronen, waarbij rijken uit het Noorden zich vestigen in het Zuiden. Maar is het eerlijk om dit als een nieuwe vorm van kolonialisme te beschouwen? Of is het simpelweg een logische keuze in een geglobaliseerde wereld?
Van overheersing naar migratie met toestemming
Om deze vraag te beantwoorden, is het goed om eerst helder te krijgen wat kolonialisme eigenlijk betekent. Traditioneel verwijst het naar een systeem waarbij staten met militaire of politieke macht andere gebieden bezetten en overheersen. Het draait om dominantie, uitbuiting en machtsstructuren. In het geval van gepensioneerden die verhuizen naar het buitenland is daarvan geen sprake. Zij migreren met toestemming van het gastland, zonder enige vorm van dwang of staatsmacht achter zich.
Internationale verdragen en nationale wetten bepalen wie zich waar mag vestigen. Landen behouden hun soevereiniteit om vreemdelingen toe te laten of te weigeren. Zolang gepensioneerden legaal migreren, op uitnodiging van het ontvangende land, is dit geen koloniale daad, maar een vrijwillige vorm van migratie.
Economische voordelen voor het gastland
Toch is de discussie niet zwart-wit. De komst van buitenlandse gepensioneerden heeft namelijk wel degelijk gevolgen voor de lokale economie en samenleving. In veel gevallen zijn die effecten positief. Zo heeft de komst van Noord-Europeanen in de Portugese Algarve de economie een impuls gegeven. Het BBP van Portugal groeide deels dankzij de uitgaven van buitenlandse inwoners. Ook Marokko profiteerde: het absolute armoedecijfer daalde van 15% in 2001 naar minder dan 2% in 2019, mede door buitenlandse bestedingen.
In Latijns-Amerika zien we vergelijkbare patronen. Amerikaanse gepensioneerden in landen als Panama of Mexico zorgen voor werkgelegenheid in de bouw, detailhandel en dienstverlening. Voor veel regio’s betekent dit broodnodige economische activiteit.
Maar ook schaduwzijden: stijgende huizenprijzen en sociale spanning
Toch zijn er ook negatieve effecten, met name op de woningmarkt. In Lissabon zijn de huizenprijzen in tien jaar meer dan verdubbeld. In Marrakech en andere Marokkaanse steden zien we dat vastgoedprijzen stijgen in euro’s, niet in dirhams. Voor lokale bewoners met een gemiddeld loon wordt het steeds moeilijker om in hun eigen stad een betaalbare woning te vinden.
Dit patroon doet zich ook voor in expathubs in Latijns-Amerika, waar de prijzen van huurwoningen en grond stijgen tot boven het betaalbare niveau voor de lokale middenklasse. In reactie daarop proberen overheden bij te sturen. Portugal heeft bijvoorbeeld het populaire Golden Visa-programma aangepast om de druk op steden te verlagen. Toch blijft de onvrede bestaan onder lokale inwoners die het gevoel hebben buitenspel te staan in hun eigen samenleving.
Geen kolonialisme, maar wel verantwoordelijkheid
Is het dan oneerlijk of onethisch om als gepensioneerde naar zo’n land te verhuizen? Niet per definitie. Zolang migranten zich gedragen als goede buren en niet als nieuwe overheersers, doen zij in wezen niets verkeerd. Het is de verantwoordelijkheid van overheden om beleid te voeren dat economische kansen spreidt en sociale spanningen voorkomt. Dat kan bijvoorbeeld via belastingen op tweede huizen, heffingen op leegstand of maatregelen die lokale bewoners voorrang geven op de woningmarkt.
Voor de individuele migrant is vooral belangrijk: toon respect voor de lokale cultuur, steun de plaatselijke economie, en vermijd gedrag dat de samenleving onder druk zet. Dan is pensionering in het buitenland geen nieuwe vorm van kolonialisme, maar een wederzijds voordelige uitwisseling tussen Noord en Zuid.
Bron: Is It Colonialism When Europeans Retire in Cheaper Countries?, The New York Times, 7 mei 2025. Bekijk het originele artikel.