Ik woon sinds het jaar 2000 in de prachtige binnenstad van Zwolle, op een paar honderd meter afstand van de Peperbus – een imposante, historische klokkentoren die dag en nacht zijn aanwezigheid kenbaar maakt. In het begin had ik af en toe last van het lawaai, vooral in de zomer als de ramen en tuindeuren openstonden. Maar ja, je went aan veel dingen in het leven.
Echter, er waren momenten waarop de Peperbus zich opdrong als een ongewenste gast. Tijdens EK’s en WK’s voetbal, bijvoorbeeld, moest ik noodgedwongen ramen en deuren sluiten om überhaupt het commentaar van de wedstrijd te kunnen volgen. Maar goed, overdag zat ik toch op mijn werk, dus echt last had ik er niet van. Totdat de pandemie toesloeg.
Het carillon – een thuiswerkersnachtmerrie
Covid veranderde alles. Zoals velen moest ik van huis uit werken, en ik heb het geweten. Elk heel en half uur een riedeltje van het carillon. Maar de beiaardier hield het niet bij die momenten, nee, ook op kwart over en kwart voor klonk er een gezellig ‘deuntje’. En alsof dat nog niet genoeg was: donderdagavond, vrijdagochtend en zaterdag kregen we heuse carillonconcerten cadeau!
Op zondag worden we op christelijke wijze gewekt door een stevig gebeier van de klokken, zodat we vooral niet vergeten naar de katholieke hoogmis te gaan. Soms vraag ik me af of de katholieken in Zwolle nog steeds bezig zijn met een subtiele wraakactie voor de Beeldenstorm uit de 16e eeuw.
De klokkenluidersvereniging – niet wat je hoopt
En dan was er een aantal jaren geleden nog de klokkenluidersvereniging. Niet een nobele groep mensen die misstanden aan het licht bracht, maar een club enthousiastelingen die met man en macht de klokken tot het uiterste lieten beieren. Gewoon, voor de lol. Het deed pijn aan de oren. Zelfs op een paar honderd meter afstand dreunde het door mijn schedel. Gelukkig is die vereniging inmiddels ter ziele, vermoedelijk omdat de leden inmiddels allemaal gehoorbeschadiging hebben opgelopen.
Carnaval en kerst: muzikale terreur
Vandaag werd ik er weer fijntjes aan herinnerd dat het carnavalsweekend voor de deur staat. Dat betekent dat we tot dinsdag onafgebroken Alaaf! en ander carnavalsrepertoire mogen meegenieten vanaf de toren. Tijdens de kerstperiode is het nog erger: een paar honderd keer De herdertjes lagen bij nachte – elk uur van ’s ochtends negen tot ’s avonds negen. Geen ontsnappen aan.
De onvermijdelijke conclusie
Natuurlijk, je kunt er niets tegen doen. Ik heb wel eens melding gemaakt bij de gemeente en bij de kerk. De aardige mevrouw van de kerk vertelde dat zelfs de koster last had van het luide gebeier. Maar ja, wat kan een koster nu uitrichten?
Dus, mocht je overwegen een huis te kopen in een historisch centrum van een Nederlandse stad, doe jezelf een plezier en check eerst of er een kerktoren met carillon in de buurt staat. Sta stil bij de vraag: wil ik dagelijks, tegen mijn wil, getrakteerd worden op een symfonie van klokken en carillons?
Ik woon gelukkig op een paar honderd meter afstand van de Peperbus. Maar ik heb medelijden met de mensen die er pal naast wonen. Die horen waarschijnlijk hun serviesgoed rinkelen in de kast als de katholieken hun gelovigen oproepen tot de eredienst.