Een persoonlijke blik op een collectief probleem

Als leek denk je: waarom is het eigenlijk zo moeilijk om het woningtekort op te lossen? Natuurlijk, het is geen eenvoudig probleem, maar het lijkt ook niet onoverkomelijk. Waar een wil is, is toch een weg — of in dit geval: een wet?

Als ik naar mijn eigen buurt in de binnenstad van Zwolle kijk, zie ik een deel van het probleem letterlijk voor mijn neus. In mijn straat staan meerdere appartementen waar niemand echt woont. Ze zijn netjes ingericht, warm gehouden, soms zelfs met een plant op tafel — maar leeg. De ene eigenaar heeft nog twee andere woningen, die hij ook voor zichzelf houdt en dus niet verhuurt. Een ander woont grotendeels in Duitsland en gebruikt haar woning alleen als ze een paar weken in Nederland is. Ze verhuurde het appartement eerder, maar dat loont niet meer. En op de hoek woont een echtpaar dat de meeste tijd doorbrengt in hun riante vakantiewoning in Friesland. Verder valt me op dat er in mijn wijk opvallend veel alleenstaanden wonen, ieder met hun eigen appartement.

Vanuit die optiek snap ik het probleem wel. De woningmarkt wordt niet alleen bepaald door hoeveel huizen er zijn, maar ook door hóé we ze gebruiken. Toch blijft de gedachte knagen: waarom bouwen we niet gewoon meer woningen? Wat houdt ons tegen?

Wie de debatten in Den Haag deze zomer volgde, merkte dat ook daar de frustratie voelbaar is. Minister Mona Keijzer stond dagenlang de Kamer te woord over wat er allemaal moet gebeuren om die felbegeerde honderdduizend woningen per jaar te halen. Dat getal is inmiddels heilig verklaard in Den Haag, maar telkens opnieuw blijkt het onhaalbaar. Het bouwtempo blijft achter, terwijl de druk op de woningmarkt alleen maar toeneemt.

Er zijn natuurlijk allerlei oorzaken. Het bouwen van woningen is tegenwoordig een traag proces, met vergunningsprocedures die soms jaren duren. Gemeenten en provincies ruziën over wie waar wat mag bepalen. Ondertussen maken bezwaarprocedures, milieueisen en juridische details het allemaal nog stroperiger. Er zijn zelfs regels voor de hoogte van plafonds en het aantal nestkastjes voor beschermde vogels. Minister Keijzer pleit er nu voor om sommige van die regels te versoepelen, maar het systeem geeft zich niet zomaar gewonnen.

Daarnaast is onze manier van wonen veranderd. Mensen wonen langer alleen, scheiden vaker, of kiezen bewust voor meer ruimte per persoon. Dat zorgt ervoor dat er meer woningen nodig zijn voor hetzelfde aantal mensen. En dan hebben we het nog niet gehad over het deel van de bevolking dat groeit door migratie. Politieke partijen trekken daar direct conclusies uit: minder instroom zou minder woningdruk betekenen. Maar daarmee zijn we er nog niet. Want veel van de mensen die binnenkomen, zijn óók degenen die nodig zijn om te bouwen, te verzorgen, te werken.

En dan is er nog de grote olifant in de kamer: geld. In de jaren tachtig werd woningbouw ruim gesubsidieerd door de overheid. Nu is dat nauwelijks nog het geval. Terug naar dat niveau van investeren zou tientallen miljarden per jaar kosten — bedragen die politiek onhaalbaar lijken, zeker nu het geld elders ook dringend nodig is.

Toch wordt het tekort niet alleen veroorzaakt door wetten en budgetten. Het zit ook in onszelf. In hoe we leven, wat we verwachten, hoe we omgaan met bezit. Dat tweede appartement, die pied-à-terre, de woning die je aanhoudt “voor later” of “voor de kinderen” — ze maken allemaal deel uit van een woningvoorraad die op papier vol lijkt, maar in werkelijkheid halfleeg is.

En dus blijft de vraag bestaan: wat is een huis eigenlijk? Alleen een investering, een toevluchtsoord, een statussymbool — of vooral een plek om te wonen? Zolang we daar geen duidelijk antwoord op hebben, blijft het woningtekort een probleem dat niet met één plan, één wet of één minister opgelost kan worden.

Het is een taai, gelaagd en weerbarstig probleem. Maar dat betekent niet dat we het moeten accepteren. Misschien begint het met anders kijken. Naar onze eigen straat. Naar de manier waarop we ruimte gebruiken. En misschien zelfs naar hoe we ruimte kunnen delen, zonder altijd bang te zijn iets kwijt te raken.

Want een woning is meer dan een stapel stenen. Het is een verhaal. En in het verhaal van Nederland is dit hoofdstuk nog lang niet uit.

💬 Heb je een specifieke vraag over het kopen van een woning in het buitenland? De informatie op deze website is algemeen, maar jouw situatie is uniek. Stuur gerust een e-mail naar info@affidata.nl – ik help je graag verder!