Afgelopen week is het kabinet gevallen omdat Geert Wilders er geen zin meer in had. Zo voelde het tenminste. Hij stond op, trok een wenkbrauw op, bromde iets over asielinstroom en cultuur, en klaar was Kees. Het land mocht weer in de wachtstand. Ik had die dag net een verbouwing van mijn toilet en washok achter de rug — een klus waar wél iets werd opgeleverd. En misschien daarom had ik ineens behoefte om een dag niets te doen, gewoon wat tv kijken. Voor het eerst in mijn leven keek ik naar een uitzending van Eva Jinek. Zelden voelde politiek zó toneelmatig aan. Maar eerlijk is eerlijk: het opblazen van het kabinet zag je van mijlenver aankomen. Maarten van Rossem had het eind vorig jaar al gezegd in zijn podcast. Je hoefde er geen ingewijde voor te zijn. Het enige wat je moest doen was wachten tot één van de partijen een “strategisch moment” zag om de boel op te blazen.

Toch: het blijft jammer. We zitten in Nederland met grote vraagstukken. Eén van de grootste — misschien wel hét probleem van deze tijd — is het gebrek aan woningen. Het is zo’n dossier waar iedereen al jaren over roept dat het nu “echt” moet worden aangepakt. Waar elk regeerakkoord vol van staat. En waar uiteindelijk elke minister van Wonen weer met een halflege gereedschapskist vertrekt.


Het poldermodel piept en kraakt

Wat mij opvalt: de neiging van politici om na een kabinetsval onmiddellijk de schuld bij de ander te leggen. Alsof ze zelf slechts figuranten zijn in een drama geschreven door anonieme krachten. Het is ook verkiezingstijd natuurlijk, dus de blik moet weer naar buiten. Maar intussen blijven de fundamentele problemen liggen.

Misschien is de tijd van het poldermodel wel voorbij. Het eeuwige overleg, het dralen, het “rekening houden met alle partijen” — het levert niets op als je intussen geen woningen bouwt. Sterker nog: het overlegmodel lijkt vooral een alibi geworden om géén keuzes te maken. Want als je geen keuze maakt, kun je ook niemand boos maken. Behalve dan de mensen die al vijf jaar op een wachtlijst staan of met drie kinderen op een vakantiepark bivakkeren.


De vrije markt als woningvernietiger

Als het ergens zichtbaar is hoe desastreus het marktdenken van de afgelopen jaren heeft uitgepakt, dan is het wel op de woningmarkt. De gevolgen heb ik ooit op papier gezet in het artikel:
🔗 Hoe Stef Blok en de VVD de woningmarkt de nek omdraaiden

Het is een pijnlijke opsomming geworden:

  • Corporaties die uitgeknepen worden
  • Huren die de pan uit rijzen
  • Starters die verdrongen worden door beleggers
  • En gemeenten die hun handen niet meer durven te branden aan sociale woningbouw

En wie was de grote ideologische motor achter dit alles? Juist, de VVD. Het verbaast me dan ook allerminst dat hun huidige politiek leider zich fel afzet tegen Frans Timmermans. Ze zegt in de Kamer niemand uit te willen sluiten — ook Wilders niet — maar spreekt in dezelfde adem haar afschuw uit over Timmermans. Dat snap ik dus niet. Timmermans wil investeren in volkshuisvesting. De VVD lijkt die term niet eens meer te kennen.


Regulering is geen vies woord

Ik merk bij mezelf steeds vaker de neiging om te pleiten voor een woningmarkt die in sterke mate gereguleerd wordt door de overheid. En dat is lang niet altijd mijn reflex geweest. Maar wat we de afgelopen tien jaar gezien hebben, is wat er gebeurt als je het aan de markt overlaat:
🏘️ Huizen worden beleggingsobjecten
📈 Huren stijgen sneller dan inkomens
Wachttijden lopen op tot zeven jaar en meer
🚪 Woningcorporaties worden gekortwiekt en verdacht gemaakt

Het is misschien niet populair om het te zeggen, maar ik zie liever een overheid die zich weer verantwoordelijk voelt voor volkshuisvesting dan een politiek die de markt aanbidt en zich vervolgens verbaast over de chaos die daaruit volgt.


En nu?

Wat kunnen we nu verwachten? Eerlijk gezegd: weinig. De komende maanden staan in het teken van campagnes, sneren, peilingen, en misschien hier en daar een kladversie van een woonvisie. Ondertussen daalt het vertrouwen bij woningzoekenden tot onder het vriespunt. Het is lastig om optimistisch te blijven als je ziet hoe dit dossier al jaren als een hete aardappel wordt doorgeschoven.

Dus ja — ik heb weinig verwachtingen. Misschien is dat ook wel een vorm van realisme. Het zou me verbazen als de VVD ineens het licht ziet. Het zou me nog meer verbazen als er een coalitie komt die structureel durft in te grijpen. En in de tussentijd? Blijf ik verbouwen, lezen, observeren. En af en toe, als de verbazing het wint van de vermoeidheid, zet ik de tv weer eens aan.


📝 Naschrift: wie dit leest in een fijne, betaalbare woning — wees dankbaar. Voor steeds meer Nederlanders is dat inmiddels een onbereikbare luxe.

💬 Heb je een specifieke vraag over het kopen van een woning in het buitenland? De informatie op deze website is algemeen, maar jouw situatie is uniek. Stuur gerust een e-mail naar info@affidata.nl – ik help je graag verder!